Baarhuisje
Ruim halverwege de begraafplaats staat een zogenaamd baarhuisje. Het houten gebouwtje stamt uit 1873 en stond oorspronkelijk bij de ingang. In 1894 is het huisje verplaatst naar zijn huidige plek op de scheiding van het b en d veld. In 1872 werd het verplicht een baarhuisje te hebben. In eerste instantie moesten hier mensen die overleden waren aan een besmettelijke ziekte opgebaard worden. De richtlijnen waren: een eenvoudig ingericht lokaal, een vierkant goed geïsoleerd stenen gebouw, met in de nok een ventilatiekoker en ventilatie openingen in elke gevel, voorzien van ijzergaas tegen insecten. De eisen aan een dergelijke bouw, zullen later aangepast zijn, veel begraafplaatsen worden opgesierd met een houten variant. Vernuftig is het kleurgebruik van het baarhuisje. De blauwe kleur houdt namelijk insecten op afstand. In later tijden speelde de schijndood een grote rol. Als men twijfelde kon daarom het baarhuisje gebruikt worden voor een periode waarin vastgesteld kon worden of iemand inderdaad was overleden. Ook werden drenkelingen opgebaard, de gemeente kon zo proberen nabestaanden te achterhalen, die voor de kosten van het begraven aansprakelijk gesteld konden worden. In 1999 is het baarhuisje gerestaureerd. In het huisje zijn alle originele voorwerpen die bij het opbaren en begraven, gebruikt werden, nog aanwezig.