Jacob Blok 1849 –1932
veld B rij dd graf 13
Jacob Blok was als remplaçant in militaire dienst gegaan en had daardoor een kleine kapitaaltje verkregen.
Na vervulling der dienstplicht (voor een andere remplaçant) had hij een barbiers zaak (in die tijd werd daar niet alleen geknipt en geschoren maar ook aderlating toegepast).
Op latere leeftijd werd hij hovenier op de begraafplaats in Gouda. Hij woonde daar in een groot huis dat tevens aula was. Hij werd ‘Blok van ’t graf’ genoemd.
Jacob werd reeds vroeg weduwnaar (33 jaar), voor zover bekend had hij alleen een zuster, Wilhelmina geheten.
Zij heeft tot haar dood, als tante Mina, het gezin van haar broer verzorgd. Het was een statige rustige, plichtsgetrouwe vrouw die zelf geen eisen stelde.
Dat blijkt uit een lang bekend gebleven voorval. Op zondag werden er zogenaamd huisgodsdienstoefeningen gehouden, na voorlezing van een preek van o.m. Smytegelt werd vaak ernstig, zwaar, maar ook wel heel heftig gediscussieerd. Aan het eind der avond was het gewoon dat ieder een te zingen psalmvers opgaf (gezangen waren niet in tel).
Ook Mina werd gevraagd een vers op te geven waarin zij zich kon uiten. Zij wist er zo rap niet een. Een stiefzoon, die in de bijbel erg goed thuis was, kwam te hulp. Hij gaf op ps. 119 : 42. Ik ben een lederen zak gelijk die al zijn vocht heeft in rook verloren. Het klink erg onaardig, maar als men de volgende versregels ook leest is het mogelijk te denken dat het goed bedoeld was.
Bekend was dat men aan de hand van het gebruikte middagmaal de dag van de week en het seizoen kon bepalen. Er was namelijk weinig variatie, het was elke week hetzelfde. Maandag bonen, dinsdag kool etc, de enige afwisseling was het onderscheid tussen zomer en winter.
Tweemaal per jaar doorbrak tante Mina de sleur. Op oudejaarsdag bakte zij ‘kletsjes’, platte meelkoekjes met een krent. Op Pasen was er rijst met krenten en eieren, vele en hard gekookt. Het ging er dan om wie de meeste eieren op kon, het hoogst bereikte aantal is niet bekend, maar het moeten er niet weinig zijn geweest.
Op nieuwjaarsdag kregen alle klein-kinderen van ‘OPA BLOK’ ieder een zilveren gulden, later rijksdaalder.
Jacob Blok is blind geworden zoals op de foto duidelijk te zien is.
Hij verbleef veel in zijn prieeltje, waar hij naar toe liep langs een ijzerdraadje. Hij vond het niet erg om blind te zijn, want “ik heb al zoveel gezien in mijn leven”.
Uit: Stenen tot leven gebracht(Gouda2007)