Eddy John van Wijngaarden 1946 -1948
veld C Boswg 7
Het gebeurde die dag dat ik, op weg van school naar huis, door iemand werd aangesproken, die me vertelde dat mijn broertje verdronken was. Ik dacht, die zegt maar wat, maar hoe dichter ik bij mijn ouderlijk huis in de Hieronymus van Alphenstraat kwam, hoe langzamer ik ging lopen. Aan de overkant van de straat keek ik naar ’t huis en zag dat de gordijnen gesloten waren.
Met lood in m’n schoenen kwam ik binnen en moest ervaren dat ’t een waar verhaal was, en er was heel veel droefenis.
Mijn broertje was het vijfde kind in het gezin. Ik, als meisje, de oudste, toen dertien jaar. Zijn leventje was nog maar net begonnen eigenlijk.
Hij was verdronken in de vijver achter de bejaarden woningen aan de Noothoven van Goorstraat. Met mijn broertjes en wat vriendjes was hij daar gaan spelen. De vijver lag vol kroos, en zo is hij vanuit het gras daarin terecht gekomen.
Eddy was een dromertje. Eddy was een heel ander kind dan zijn broers, net of hij er niet bij hoorde en ik denk nog altijd dat het daarom zo heeft moeten zijn, want hij leek niet alleen op een engeltje, hij was er ook een.
Toen de jongens thuis kwamen en moeder vroeg: ‘waar is Eddy?’, zeiden ze: ‘die komt er aan’. Maar hij kwam niet meer.
Eddy lag opgebaard op mijn bed in mijn kamertje. Na al die jaren zie ik dat beeld nog voor me.
Elke week gingen we naar de begraafplaats aan de Vorstmanstraat. Gelukkig is ’t grafje daar altijd gebleven. Na Eddy zijn nog drie broers geboren, één daarvan heet ook Eddy John. Later, in 1963, zijn mijn ouders en broers naar Canada geëmigreerd. Dit is het verhaal van wat ik me herinner.
Uit :Stenen tot leven gebracht(Gouda 2007)