Hermanus de Wit.
Geboren 19 juli 1895. Overleden 6 juli 1935.
Graf: Cs15
Herinnering aan *** Hermanus de Wit ***, in leven agent van politie in Gouda.
Mijn vader , Hermanus de Wit, werd geboren op 19 juli 1895 in “Tweede Tol”, een gehucht behorende tot de gemeente Dubbeldam.
Tot aan z’n opkomst in militaire dienst werkte hij als knecht in een tuindersbedrijf en werd op 15 maart 1915 als gewoon dienstplichtige ingelijfd bij het 7e regiment veldartillerie.
In de verdere jaren van de eerste wereldoorlog maakte hij deel uit van diverse onderdelen van het Nederlandse leger w.o. het depot huzaren cavalerie te Haarlem en het remontedepot in Millingen.
Op 1oktober 1918 verliet hij het leger met “groot verlof”!
In hetzelfde jaar werd gesolliciteerd bij de politie in Gouda, hij werd aangenomen en begon zijn opleiding. Dit resulteerde in1919 tot z’n benoeming als buitengewoon veldwachter en na het behalen van het politiediploma tot agent bij de gemeentepolitie van Gouda.
Politiekaart
Na hun huwelijk in 1920 betrokken mijn ouders een woning in de St. Josephstraat en na het overlijden van mijn grootmoeder in 1925 werd verhuisd naar haar woning aan de Kattensingel. Begin 1930 werd de singel weer verruild voor een eigen huis in de Voorwillens.
In de begin van de twintiger jaren reden er in Gouda nog een groot aantal karren rond waarmee de bakkers, groenteboeren en melkmannen hun waren aan huis afleverden. Deze karren werden getrokken door honden welke ieder jaar gekeurd moesten worden.
Deze keuring vond plaats op het Lombok, de laad en losplaats van het station en werd uitgevoerd door mijn vader. Vader was eveneens bestuurslid van de dierenbescherming en was tevens belast met het toezicht van de werkzaamheden op het slachthuis.
In de zestien jaar dat mijn vader bij de politie diende werd hij bij zijn werk bijgestaan van een door hemzelf afgerichte politiehond.
Één van de meest spectaculaire optredens vond plaats in het water van de Kattensingel. In het midden van de singel bevond zich een dikke paal welke als draaipunt fungeerde voor de boot uit Boskoop. Deze boot kwam via de Gouwe en de Kattensingel in de stad en vervoerde, behalve passagiers uit Boskoop en Waddinxveen, tevens veel heesters en planten van de tuinderijen.
Mijn vader gebruikte de paal als oefenplek voor de hond. Door middel van een touw werd een grote pop om de paal gebracht en de hond (een Bouvier) zwom de singel in en haalde de pop eruit. Dit onder grote belangstelling van de Gouwenaren die op Kleiwegbrug en het Regentesseplantsoen de show bekeken.
In juni 1935 werd mijn vader opgenomen in het van Itersonziekenhuis en na een operatie overleed hij op 6 juli 1935, amper 39 jaar oud.
Op woensdag 10 juli 1935 werd Hermanus de Wit met korpseer begraven. Vanaf de woning in de Voorwillens nam de stoet de route langs het politiebureau, alwaar het gehele Goudse politiekorps stond opgesteld. Voor het bureau brachten zij een laatste groet aan hun collega.
Onder grote belangstelling van de Goudse bevolking ging de stoet begeleid door het gehele politiecorps op weg naar de algemene begraafplaats. Ook hier hadden zich vele belangstellenden verzameld.
Vele sprekers waaronder burgemeester Gaarlandt alsmede afgevaardigden van de Dierenbescherming en de Nederlandse politiebond verwoorden de vele verdiensten van de overledene en betuigden hun medeleven.
Deze teraardebestelling was een waardige afsluiting van het korte, doch werk- en zorgzame leven van mijn vader *** Hermanus de Wit ***.
Hengelo, 1 september 2006 Leo de Wit.
Dit verhaal is eerder gepubliceerd in "Stenen tot Leven gebracht" (Gouda 2007)