Casper Johannes Kok
Geboren. 23 april 1860 . Overleden. 31 juli 1943
en
Abram Kok
Geboren. 30 december 1885. Overleden. 30 december 1930
Casper Johannes is te Gouda geboren als zoon van Abraham Kok die koopman was en Magdalena Martina Sulzer, tapster. Hij trad op 9 mei 1883 in het huwelijk met Dirkje Radix te Gouda.
In hun trouwboekje werden 16 kinderen bijgeschreven, 6 daarvan zijn jong gestorven.
Casper Johannes was schipper en vervoerde hoofdzakelijk zand. Hij voer bijna altijd met één van zijn zonen als matroos. Zijn vrouw Dirkje woonde aan wal. De 5 zonen kregen allemaal het vak van schipper bijgebracht, alleen de jongste zoon Wim hield niet van het schippersleven en werd wat anders, namelijk dansleraar.
Hun oudste zoon Casper had beurtvaart op Rotterdam, de tweede zoon Abram, was ook schipper en is op zijn verjaardag verongelukt op zijn schip. Hij ligt ook op de begraafplaats.
(graf Cx01b)
De derde zoon en de vierde zoon Gerrit had een eigen schip op de zogenaamde “wilde vaart”.
In ongeveer 1942 heeft Casper zijn huis aan zijn zoon Gerrit verkocht, diens vrouw hield er niet van altijd aan boord te wonen en zij ging dus aan de wal te wonen in het huis van haar schoonouders.
Casper is gaan wonen in het Juliana-rusthuis aan de Koningin Wilhelminaweg te Gouda. Hij is kort daarna ten gevolge van een val overleden.
Zijn jongste dochter, Maria Ernstina, heeft jaren voor hem gezorgd, en na haar dood is haar as op haar eigen verzoek op de begraafplaats bij haar vader uitgestrooid